Recentelijk laaide de discussie rond de verplichte beroepservaringperiode (BEP) weer op. Aanleiding was een Archined-artikel van twee bestuursleden van Jong BNSP. Opvallend is dat binnen deze discussie een al jaren zeer succesvolle BEP-route grotendeels buiten beeld blijft: het praktijkdeel van de masteropleidingen aan de Academies van Bouwkunst. En dat terwijl juist die route door Alijd van Doorn, de specialist in ondernemerschap en procesinnovatie in de architectuur, vorig jaar nog “… het basismodel voor een direct ticket voor de door velen felbegeerde Architectentitel” werd genoemd.

Erkenning

Sinds 1 januari 2015 moet iedereen, die de titel architect, stedenbouwkundige, landschapsarchitect of interieurarchitect wil voeren, naast een bijbehorende masteropleiding ook een tweejarige BEP doorlopen. Voor afgestudeerden van de TU Delft, de TU Eindhoven of de WUR volgt die BEP op hun studie. Maar voor afgestudeerden aan één van de Academies van Bouwkunst ligt de situatie anders. Het praktijkdeel van de masteropleidingen van de Academies is door Bureau Architectenregister gelijkgesteld aan de verplichte BEP. Daarmee zijn de afgestudeerden van de Academies vrijgesteld van de verplichting om na hun opleiding de BEP te doorlopen. Feitelijk kreeg het ‘concurrent model’ van de Academies van Bouwkunst met deze uitspraak de erkenning die het verdient.

Jaloerse blikken

De Academies van Bouwkunst hanteren dat model, gebaseerd op een combinatie van het doorlopen van beroepservaring in de praktijk en het ontwikkelen van kennis en vaardigheden op de Academie, al sinds hun oprichting. Het staat inmiddels ook buiten Nederland op de agenda van het debat over het architectuuronderwijs. Dat bleek bijvoorbeeld drie weken geleden, tijdens een seminar van de European Association for Architectural Education (EAAE) in Amsterdam: Europese architectuuropleidingen kijken, in hun zoektocht naar een intiemere verbinding met de beroepspraktijk, met enige jaloezie naar ons model.

Symposium!

In het essay van Alijd van Doorn over ‘Het concurrent onderwijsmodel’ in het boek ‘Verankerd vakmanschap, 50 jaar Rotterdamse Academie van Bouwkunst’ stelt zij: “In tegenstelling met bijvoorbeeld de opleiding Bouwkunde aan de TU Delft kan en moet de Academie vanwege het concurrent model snel reageren op de veranderende beroepspraktijk.” De kracht van het concurrent model is inderdaad gelegen in de continue spiegeling ervan aan de actualiteit van de beroepspraktijk. Dat zullen we blijven doen, bijvoorbeeld tijdens het symposium ‘Design Education in Practice’ dat de Academies van Bouwkunst van 4 tot 6 oktober 2017 zullen organiseren.

Lees het hele essay van Alijd van Doorn op Issuu of download hem.

Het jubileumboek ‘Verankerd Ontwerpvakmanschap, 50 jaar Rotterdamse Academie van Bouwkunst’ is te bestellen bij Nai010 publishers.

Fans van de strips van directeur Chris van Langen kunnen het verslag over de workshop in stripvorm hier teruglezen!