menu sluiten
zoek terug
terug
FUR

FUR

FUR

In 2012 werden de zes Academies van Bouwkunst door het (toenmalige) Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) gevraagd om een voorstel te doen voor het ‘Netwerkprogramma Ontwerpopleidingen’ in het kader van de Actieagenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp. Deze vraag leidde tot het opstarten van het lectoraat Future Urban Regions (FUR). Dit lectoraat heeft zich ontwikkeld tot een intensief samenwerkingsproject van de zes Academies van Bouwkunst. De eerste fase liep van 2013 tot en met 2016. Inmiddels draait de volgende ronde, die t/m december 2020 loopt.

FUR doet onderzoek naar gezonde verstedelijking, naar methoden en technieken van ontwerpend onderzoek én naar de rol van verschillende stakeholders (waaronder lokale en regionale overheden) bij het ontwerpen aan en doen van ontwerpend onderzoek naar nieuwe typologieën voor gezonde verstedelijking. De lector is Eric Frijters (.Fabrications). De lector werkt samen met een kenniskring bestaande uit zes onderzoekers, waaronder Academie-alumnus David Dooghe, RAvB-docent Catja Edens en ons hoofd Stedenbouw Thijs van Spaandonk.

Op 3 oktober 2017 verscheen het boek ‘Stedelijke vraagstukken – veerkrachtige oplossingen‘, waarin de resultaten van de eerste vier jaar FUR-onderzoek gebundeld zijn. Het beschrijft wat de cruciale opgaven voor de toekomst van de (gezonde) stad zijn, hoe de ontwerpende disciplines, middels ontwerpend onderzoek aan die opgaven kunnen werken en met wie ze daarvoor moeten samenwerken.

Sinds de productie van het boek hebben er aan de Academie, als onderdeel van de FUR-periode 2017-2020, nog vijf FUR-studio’s gedraaid: ‘Getijdenrivier‘, ‘Stemmen van de Peperklip‘, ‘Zeeland LAB‘, ‘Zorgen voor Zeeland‘ en ‘Regionaal Bidbook Zeeland – Duurzaam vakantiepark‘. Eind 2020 of, waarschijnlijker, begin 2021 zal het lectoraat opnieuw in publicatie uitbrengen, waarin de lessen uit de periode 2017-2020 verzameld worden.

Hidde van der Grind & Umut Türkmen
Pleidooi voor het groots experimenteren
studio Stemmen van de Peperklip I stedenbouwstudent & architectuur- en stedenbouwstudent
docenten: Tim Devos, Willemijn Lofvers en Saskia Naafs

Umut en Hidde verbleven vijf maanden in de Peperklip, met het ‘Pleidooi voor het groots experimenteren’ als resultaat. Zij pleiten ervoor om wonen in de stad betaalbaar te houden voor iedereen, want betaalbare huisvesting staat onder druk in de stad. Op verhalende wijze draagt De Peperklip, het icoon voor betaalbare huisvesting, een boodschap uit die past binnen een grotere maatschappelijke context.

Alternatieve modellen van betaalbare huisvesting gaan steeds over een handvol woningen, maar er is juist een grootschalig project nodig om een statement te maken. In vijf speerpunten motiveren Umut en Hidde waarom we groots moeten experimenteren:
1. Houd de stad betaalbaar. Voor iedereen: De Peperklip ligt in de frontlinie van gentrificatie. Het gebouw kan een voorbeeld worden voor alternatieve vormen van betaalbare huisvesting.
2. Koester alle bewoners van de stad: Steun de sociaal kwetsbare groep in hun zoektocht naar zelfbestuur. Met 1500 bewoners moeten we de ruimte claimen om te experimenteren en onszelf te organiseren.
3. Gebruik dit momentum om financiële structuren te herdenken: Corporaties zijn teruggeduwd, ze hebben geen verdienmodel meer. Ze zien een kans voor Vestia om vanuit een uitdagende financiële situatie, nieuwe modellen te bedenken.
4. Experimenteer groots: Uit de huidige structuren van sociale huisvesting kunnen alternatieve vormen van betaalbare huisvesting groeien. 
5. Herdenk bestaande perspectieven en structuren: Zowel corporaties, overheden, marktpartijen als bewoners moeten bestaande perspectieven en structuren durven herdenken. Daarbij
moeten we nadenken over de noden en dromen van de verschillende bewoners.

Hun pleidooi moet experts aan tafel krijgen voor de ontwikkeling van alternatieve modellen voor betaalbare huisvesting in Nederland. Dat is niet eenvoudig: het vraagt namelijk om een mentaliteitsverandering op alle schaalniveaus in onze samenleving.

Sluiten
Koen Marks I Het Nieuwe Maeslant
studio Getijdenrivier I stedenbouwstudent
docenten: Alexander Herrebout, Willemijn Lofvers en Catja Edens

De Nieuwe Maas is een transportader. De voornaamste, onzichtbare vracht dwarrelt in het water: miljarden deeltjes zand, klei, zout en metalen. Hoe kan het krachtenspel van de sedimentatie worden ingezet bij het ontwikkelen van de stad? Door de sedimentatieprocessen van de rivier plaatselijk te herstellen wordt de dynamiek van de rivier onderdeel van de dynamiek van de stad. Door dit te combineren met de woonopgave ontstaan mogelijkheden voor unieke woonmilieus. De rivier vraagt om aanpassingsvermogen en minder fixatie, het is aan ons om te luisteren.

Sluiten
Hidde van der Grind | Nieuwe Oogst
studio Afval als Bron | stedenbouwstudent
docent: Dirk van Peijpe & Floris Schiferli

Een industriële symbiose gebaseerd op de bestaande granenindustrie in de Maashaven. Door het combineren van productieprocessen en logistieke hubs, en het uitwisselen van reststromen ontstaat een circulair granencluster dat op zowel regionaal als lokaal schaalniveau een nieuw perspectief voor Rotterdam Zuid biedt.

Sluiten
Ruud van Leeuwen | It’s a Waste to Waste your Waste
studio Afval als Bron | stedenbouwstudent
docent: Dirk van Peijpe & Floris Schiferli

''Afvalverwerking in de buurt!?'' Op het eerste gezicht lijkt dit geen wenselijke situatie. Afval heeft vaak een negatief imago en de verwerking van afval vindt meestal plaats op industrieterreinen ver buiten de stad. ‘It’s a waste to waste your waste’ is een onderzoek naar decentrale afvalverwerking midden in de stad, vanuit de veronderstelling dat het zonde is om je afval gewoon weg te gooien. Afvalverwerking in de buurt kan werken als sociaal-economische katalysator. Het proces van afvalinzameling, afvalverwerking en recycling kan zorgen voor meer levendigheid, werkgelegenheid en activiteit in de buurt. Bovendien kunnen er uit het huishoudelijk afval allerlei grondstoffen worden gewonnen waarvan de buurt direct kan profiteren. Hierdoor besparen de bewoners op hun afvalkosten.

Afrikaanderplein – Grondstoffenplein

Deze hypothese is los gelaten op het Afrikaanderplein. De Afrikaandermarkt is een dankbare toevoeging aan het grondstoffenplein. Hier vindt immers ontzettend veel activiteit plaats en er wordt veel afval geproduceerd. Het inzamelpunt is om die reden naast de markt geplaatst. Bij het inzamelpunt kan iedereen zijn afval ‘verkopen’ en zullen de bakfietsen hun ladingen lossen. Naast het inzamelpunt vindt de verwerking van het afval plaats. In de loodsen wordt plastic en papier gerecycled. Van het frituurvet wordt biodiesel gemaakt en er worden bioplastics gefabriceerd. Een grote buis transporteert het GFT-afval van het inzamelpunt richting de biovergister. Deze glimmende silo levert direct warmte, biogas en compost en is een icoon van het Grondstoffenplein. Naast de verwerkingsindustrie hebben verschillende werkplaatsen en ateliers een plek gekregen binnen het grondstoffenplein. Hier worden de gewonnen grondstoffen direct verwerkt in allerlei producten. Zo kunnen plastic korrels direct de 3D-printer in en krijgen diverse elektronische apparaten een tweede leven. Naast de werkplaatsen zit het verkooppunt.  Het verkooppunt vormt zowel het eindstation als het startpunt van het Grondstoffenplein. Hier worden diverse producten, zoals plastic korrels, papier en compost verkocht.

Maar elk product dat wordt verkocht wordt uiteindelijk toch ook weer afval. Dit afval zal zijn weg weer vinden richting het Grondstoffenplein. En zo is de cirkel rond!

Onderzoek in samenwerking met Wander Hendriks

Sluiten
Wander Hendriks | It’s a Waste to Waste your Waste
studio Afval als Bron | stedenbouwstudent
docenten: Dirk van Peijpe & Floris Schiferli

Onderzoek i.s.m. Ruud van Leeuwen: “Afvalverwerking in de buurt!?

"Op het eerste gezicht lijkt dit geen wenselijke situatie. Afval heeft vaak een nega-tief imago en de verwerking van afval vindt meestal plaats op industrieterreinen ver buiten de stad. ‘It’s a waste to waste your waste’ is een onderzoek naar decentrale afvalverwerking midden in de stad, vanuit de veronder-stelling dat het zonde is om je afval gewoon weg te gooien. Afvalverwerking in de buurt kan werken als sociale en economische katalysator. Het proces van afvalinzameling, afvalverwerking en recycling kan zorgen voor meer levendigheid, werkgelegenheid en activiteit in de buurt. Bovendien kunnen er uit het huishoudelijk afval allerlei grondstoffen worden gewonnen waarvan de buurt kan profiteren. Hierdoor besparen de bewoners op hun afval-kosten.”

 

Uitwerking/test – Oud Charlois Eco-Campus

In het ontwerp voor de Eco-campus is het programma uit het generieke model zo ingepast dat er een plek ont-staat die naast de huidige functies en de afvalverwerking functie een derde laag toevoegt , namelijk de maat-schappelijke factor. Door middel van het plaatsen van de benodigde gebouwen uit het generieke model, is de gesloten structuur in de buurt aangepakt. Het plein voor de Hugo de Groot wordt opgesplitst in aparte ruimtes door er facilitaire gebouwen in te plaatsen. De hekken maken plaats voor een uitnodigende ruimte voor iedereen om hun afval in te leveren. Er ontstaat een centrale plek waar inzameling gepaard kan gaan met productie en verkoop. Deze plek wordt begeleid door specialisten en leergierige kinderen. Het plaatsen van objecten en ge-bouwen in deze ruimte zorgt ervoor dat de overgebleven ruimtes een waarde upgrade krijgen. Als landmark het nieuwe HWC, die te midden in de nieuwe campus staat, welk een deel van zijn warmte afgeeft aan het nieuwe buitenbad. Aan de zuidkant krijgen de molen, tuincentrum en moestuinen de biovergister als buur. Deze past niet alleen in dezelfde categorie maar faciliteert ook in grondstoffen voor de verkoop. De verbinding tussen de ontstaande campus in het noorden en de organische verwerker aan het zuiden wordt geaccentueerd door de nieuwe boven-grondse infrastructuur voor organisch afval en wamtenet. Deze opent de wijk naar het zuiden waar het Zuiderpark zijn entree krijgt.

Al met al is afval een belevenis en zeker als het niks kost. Door een circulair proces te ontwikkelen in een wijk waar ruimtelijke kansen liggen worden deze ook benut. Van inzameling tot productie en gebruik, zolang we afval hebben kunnen we er iets van maken!

Sluiten
Emma Westerduin | #ontlasting
studio De Grondstoffenfabriek | architectuurstudent
docent: Florian Boer

Deze studio is gericht op een actuele ruimtelijke opgave in Rotterdam: de omgang met afvalwater. Aanleiding is de focus van de gemeente en waterschappen op een betere omgang met wateroverlast en de mogelijkheid van nutriëntenterugwinning als economisch verdienmodel. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de verbetering van de afvalwaterketen, maar de ruimtelijke implicaties van bijvoorbeeld het afkoppelen of decentraliseren van systemen zijn nog nauwelijks geduid. Kunnen wij onze afvalwaterketen inzetten als grondstoffenfabriek voor een circulaire economie? Is het mogelijk om stedelijke ontwikkeling en circulaire economie steviger op elkaar te betrekken? Binnen de studio worden mogelijke antwoorden op deze vragen analyserend en ontwerpend verkend.

De afvalwaterketen is niet zichtbaar in de stad, maar is wel van grote invloed op het gebruik van de ruimte en ordening van de stad, ons welzijn en onze hygiëne. Bovendien is het een kostbaar systeem dat op veel onderdelen verouderd is. In een circulair economisch model wordt afval van een bron van overlast een bron voor nieuwe producten en grondstoffen. Op dit moment worden er al voorzichtige pogingen gedaan om grondstoffen, zoals fosfor, terug te winnen. Maar de theoretische mogelijkheden zijn veel groter.

In de studio vergaart de student zoveel mogelijk bestaande kennis over historische en nieuwe watertechnologieën en maakt deze zich ‘eigen’. Op basis van deze kennis worden meer integrale en ruimtelijke oplossingen voor ‘de grondstoffenfabriek’ geschetst. Deze mogelijke oplossingen worden met behulp van scenario’s ruimtelijk getest op locatie in Rotterdam. Zo wordt in het atelier een bandbreedte van mogelijke ruimtelijke oplossingen ontwerpend verkend. Uiteindelijk heeft iedere student een concreet ontwerp voor een locatie en een mogelijke opdrachtgever (partij) in de stad gemaakt, gebaseerd op de resultaten van de scenarioverkenning.

Sluiten
Cecilia Miedema | Tarwewater
studio De Grondstoffenfabriek | architectuurstudent
docent: Florian Boer

Tarwewijk is een probleemwijk in Rotterdam Oud Zuid. In de jaren ’90 was er veel verpaupering in de wijk geconstateerd met een serieuze drugs problematiek en aanwezigheid veel huisjesmelkers. Dit leverde een zeer slechte leefbaarheid, achterstallig onderhoud en leegstand in de wijk op. De Tarwewijk scoort zowel op de sociale als de veiligheidsindex zeer laag.

De waterverbruik in de wijk ligt gemiddeld twee keer zo hoog als in bijvoorbeeld een middenstandswijk zoals Blijdorp, in Rotterdam Noord. Dit is te danken aan de grote diversiteit buitenlandse bevolking en lage opgeleiden. Wat als Tarwewijk, een wijk met een hoge drinkwaterverbruik zelfvoorzienend wordt met het zuiveren van eigen afvalwater?

 

De plantenkas/waterzuivering wordt als botanische tuin op de laagste punt van de persleiding ingezet, bij de reeds bestaande scholen-netwerk van de wijk. Kinderen kunnen op een jonge leeftijd leren bewust omgaan met het milieu door les te krijgen in de verschillenden natuurlijke kringlopen waarvan het waterzuiveringsprocess er een van is. Door toevoegen van functies zoals wijkcentrum, café en restaurant met open keuken, plek voor wijk en culturele activiteiten en samenkomst wordt de kas letterlijk de nieuwe centraal wijkhart. Wijkbewoners worden geconfronteerd met het zich bewust maken van de eigen leefomgeving.

 

Fysiek betekend dat de wijk in de toekomst stapsgewijs langzaam los zou koppelen van de bestaande Rotterdamse rioolstelsel en wordt het hierdoor zelfvoorzienend. De kassen zou psychologisch, biologisch en sociaal bijdragen aan een grotere leefbaarheid in de wijk, wat voor sterkere socialen verbanden zou zorgen. De wijk zou als voorbeeld functie voor de rest van de stad worden. Er is een nieuw model-wijk gerezen, de socio-eco-wijk!

Sluiten
Wander Hendriks | Natuurlijk
studio De Grondstoffenfabriek | stedenbouwstudent
docent: Florian Boer

Het hergebruik van alles om ons heen is aan de orde van de dag. Maar met afvalwater wat gebeurt daar precies mee? Technologische innovatie moet zorgen voor nieuwere installaties die niet alleen zuiveren maar ook de bruikbare stoffen uit het afvalwater filteren. Maar wat als dat al kan? Wat als er al een systeem is dat volledige afvalwaterzuivering toestaat?, dan maken we er toch gebruik van! Het grootste systeem ter aarde - De Natuur - heeft alle potentie in zich om direct ons vuile afvalwater te verwerken. Middels verschillende flora kunnen de verschillende schadelijke stoffen afgebroken worden. Van stikstof, chemicaliën, nutriënten tot fosfaat en bied de combinatie van natuur en afvalwater een toekomstig fundament voor nieuwe ontwikkelingen.

 

De toekomst is afhankelijk van genoeg natuur en zuurstof productie om ons heen, en kenmerkt de vitaliteit van de mens. In traditionele Nederlandse samenleving is groen altijd een onderdeel van onze ruimtelijke invulling. Maar de mensheid is bezig met het creëren van modernere levensomstandigheden terwijl een groene omgeving een oude maar noodzakelijke omstandigheid is. Deze genoemde natuur kunnen we daarnaast gebruiken voor het hergebruiken. Het hergebruiken van bijvoorbeeld afvalwater om er nieuwe producten van te laten groeien als biomassa en voedselproductie en daarbij het filteren van afvalwater tot schoonwater.

Afvalwater, waar elke persoon 120 liter per dag van creëert. Het desbetreffende water wordt hedendaags schoongemaakt in grote zuiveringsinstallaties die veel energie gebruiken en waar het proces buiten gezuiverd water weinig nieuws oplevert. De nieuwe natuurlijke zuivering, waarbij de natuur zorgt voor opbrengst van biomassa, energie en voedselproductie zal vertaald moeten worden naar een nieuwe context die ook binnen het stedelijk gebied mogelijk is. De confrontatie tussen het afvalwater en de stad zal zichtbaar zijn want deze manier van water zuiveren vraagt om veel oppervlakte. Namelijk 3 tot 4 m2 per inwoner.  Vrije ruimte is in de hedendaagse stad is veelal te vinden in leegstand van kantoor panden. De vraag is dan wel of er constructieve- en maatschappelijke draagkracht is voor natuurlijke invulling binnenin deze gebouwen. Deze vraag heeft geleid tot technisch onderzoek en na mijn research zijn er diverse leegstaande kantoorpanden in Rotterdam gevonden die zowel ruimte als constructieve stevigheid voor natuurlijke zuivering herbergen. Om vervolgens gebruik te maken van deze kantoor leegstand, al reeds bestaande parken en waterstructuur moet er op decentraal niveau onderzoek gedaan worden om zo het aantal bewoners en dus liters per zuiveringsinstallatie te beperken. Dit leidt tot een aanpak welk voor elke plek tot een unieke situatie kan leiden.

Sluiten
agenda

Het gehele jaar door biedt de Academie activiteiten aan om kennis te maken met de masteropleidingen Architectuur en Stedenbouw.

18.04

Afstudeerpresentatie Ivo van Doorn


openbaar toegankelijk
Lees meer

19.04

Lecture Stephen Taylor


19.04

Afstudeerpresentatie Marjolijn Vrolijk


openbaar toegankelijk
Lees meer