menu sluiten
zoek terug
terug

Nominatie De Meester én Archiprix voor Jurgen ten Hoeve

Het afstudeerproject ‘Stadsklooster Rotterdam’ van Jurgen ten Hoeve (Master Architectuur) is genomineerd voor De Meester 2017 en geselecteerd voor Archiprix 2018.  “Het project toont op overtuigende wijze”, zo stelt de Archiprix-selectiecommissie, “de kracht en betekenis van het architectonisch vakmanschap aan om een verscheidenheid van betekenisvolle ruimtelijke ervaringen en atmosferen in verschillende contexten te realiseren.

Het project is geworteld in de constatering dat er binnen de hedendaagse stad te weinig ruimte is voor rust en contemplatie. Uit onderzoek blijkt een correlatie tussen psychische klachten en de toenemende stedelijke dynamiek. Rotterdam was jarenlang de burn-out-hoofdstad van Nederland. Het vooronderzoek onderstreept de constatering dat de stad binnenstedelijke rustplekken behoeft.

De hieruit gedestilleerde opgave is vertaald in een binnenstedelijke keten van rustplekken die als een nieuw netwerk over de bestaande netwerken wordt heen gelegd; een schaduwstad waar de stadsbewoner of bezoeker zich kan terugtrekken van de dagelijkse hectiek van de stad, trefzeker verweven met de stedelijke context.

De ontwerper kiest ervoor om de 7 verschillende publieke, stedelijke plekken van rust te ordenen volgens het principe van het klooster waarin contemplatie en arbeid ruimtelijk mogelijk gemaakt wordt en de stedeling zich kan afzonderen van de drukte van de stad, zonder de stad te verlaten. Deze kloosterordening vormt het leidmotief van het ontwerp. Dit ruimtelijke concept is interessant en wordt op intelligente wijze ingebed in de situatie.

De grootste kwaliteit van het project is gelegen in de consistentie van het gehele ontwerp en de mate waarop de uitwerking tot het kleinste detail doordacht is. De aandacht waarin elke onderdeel van het ontwerp, van steen tot ruimte, ondergedompeld is, uit zich in de stortvloed aan maquettes en atmosferisch sterk opgeladen tekeningen. Doordat alle schaalniveaus aangeraakt worden, wint het ontwerp aan fysieke geloofwaardigheid. De beschouwer kan zich een zeer helder beeld vormen hoe het ontwerp in werkelijkheid zal functioneren. De diversiteit aan ruimtes en de omgang met de specifieke context van elk deelontwerp is indrukwekkend en roept, met haar rijkdom aan te onderscheiden sferen, fundamenteel verschillende mogelijkheden van rustbeleving op.

De ontwerper heeft zich de opgave meester gemaakt middels en doorheen zijn ontwerpinstrumentarium. Juist die beheersing van het ontwerpinstrumentarium vormt het fundament onder de verbeeldingskracht van het project, een verbeeldingskracht die de betekenis van het vakmanschap toont als het gaat om het creëren van ruimte.”

Jurgen ten Hoeve omschrijft zijn afstudeerproject als volgt:

“In het boek “De onzichtbare steden” van Italo Calvino brengt Marco Polo verslag uit van zijn reizen langs de verschillende steden in het onmetelijk grote rijk van zijn gast- heer, de keizer Kublai Kan. De steden die hij omschrijft zijn mono functionele steden, steeds gebaseerd rond 1 thema: de continu steden, de subtiele steden, de steden en de doden etc. Zijn inspiratie voor de omschrijving van deze verschillende steden haalt Marco Polo uit slechts 1 stad, zijn geliefde Venetië. Het is immers aan de gebruiker zelf hoe hij de stad met al zijn verschillen ervaart.

Iedere stad is opgebouwd uit verschillende thematische netwerken die ervaren wordt door de gebruiker zelf. Een netwerk van wonen, werken, vervoer, winkelen enz. Ieder netwerk binnen de stad loopt door de ander heen en heeft geen einde daar de stad zich steeds verder uitbreidt. Deze uitbreiding is het gevolg van de trek van mensen van het platteland naar de grote stad, op zoek naar een kans voor een beter leven in de vorm van werk, opleiding, sociaal netwerk, voorzieningen etc. De verwachting is dat vanaf 2050 70% van de mensen in de stad woont.

Deze groei brengt naast kansen ook problemen met zich mee, de druk op de stad wordt alsmaar groter. Een gevolg hiervan is dat de stedelijke bewoner blootgesteld wordt aan diverse stressfactoren, stress veroorzaakt door drukte van mensen, verkeer, geluidsoverlast, werkdruk en sociale stress. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft stress aan- gewezen als één van de belangrijkste gezondheidsrisico’s in de komende jaren. De mogelijke gevolgen van stress, die zich kunnen uiten in mentale en fysieke gezondheids- problemen, zijn naast hart- en vaatziekten, de belangrijkste oorzaak van ziekte en vroegtijdig overlijden. 1 op de 5 werknemers krijgt te maken met gevolgen die gerelateerd zijn aan stress. Rotterdam staat standaard in de top 3 van de burn-out hoofdsteden van Nederland en had in 2013 & 2016 de dubieuze eer om zich burn-out hoofdstad van Nederland te noemen. Het verzuim welke dit tot gevolg heeft kost jaarlijks 1,8 miljard euro.

Dit probleem was voor mij aanleiding om op zoek te gaan naar een mogelijke oplossing vanuit de architectuur. Vanuit analyses, persoonlijke ervaringen en intuïtie is een plan gemaakt om een rustplek te creëren middenin de drukte van de stad Rotterdam. Een schaduwstad waar de stadsbewoner en/of bezoeker zich kan terugtrekken, om zo de dagelijkse hectiek van het huidige Rotterdam te ontvluchten.

Het plan stelt een strategie voor om een nieuw stuk stad toe te voegen in de vorm van een netwerk die over de reeds bestaande netwerken van functies binnen de stad heen gelegd wordt, met als thema: rust. Het uitgangspunt voor het ontwerp is de kloostertypologie, waar de gang het verbindend element is tussen de verschillende functies. In dit ontwerp wordt deze gesloten typologie vervormt naar een open typologie waar de manifestatie van de gang als verbindend element fungeert en de individuele functies, in de vorm van losse gebouwen, verspreid over de stad aan elkaar verbonden worden. Zo wordt een nieuw netwerk gevormd dat zich tussen en door het bestaande stedelijke weefsel beweegt.

De gebouwen zijn hyper contextueel ingepast binnen de bestaande omgeving in vorm, functie en materiaal en bieden een ruimtelijke en functionele beleving toegespitst op rust. Deze beleving wordt bereikt door het gebruik van een beperkt palet aan materialen, namelijk metselwerk en spiegels. Uit onderzoek naar deze materialiteit is een modulaire maatvoering ontstaan die doorgevoerd is met als doel om rust uit te stralen op ieder schaalniveau. Met het metselwerk en de spiegels wordt de beleving van zowel het interieur als het exterieur gemanipuleerd om zo tot een specifieke beleving te komen die de plek of de functie vereist.

In tegenstelling tot de moderne, op uiterlijk gebaseerde en op zichzelf staande iconografische bouwwerken is het plan juist verweven met, en maakt onderdeel uit van de bestaande stad. De gebouwen bieden een ruimtelijke ervaring waarin vormgeving, materiaal en bouwkundige uitvoering op elkaar zijn afgestemd, met als doel het creëren van een rustplek in de drukke stad. Het plan toont een mogelijke uitwerking van de strategie en heeft dan ook geen echt einde maar probeert juist te stimuleren hoe om te gaan met de stad, hoe deze leefbaarder gemaakt kan worden.”