Afstudeerpresentatie Mees Dijkman
vrijdag 4 oktober, 09u30Vrijdag 4 oktober vindt de afstudeerpresentatie plaats van Mees Dijkman (Architectuur) met als onderwerp “Waarde van de voedingsbodem – de oogst van kasteel Almere” .
Commissie:
Voorzitter : Sjoerdieke Nicolson-Feenstra (RAVB)
Mentor : Rolf Reichardt Marée (RHAW architecture)
Externe criticus : Marit Janse (De Urbanisten)
Toegevoegde criticus : Izabela Slodka (Studio Iza Slodka)
Afstudeerdatum en locatie:
Vrijdag 4 oktober om 09u30, bij interesse graag mailen naar meesdijkman@gmail.com
Locatie: PH.02.51, Rotterdamse Academie van Bouwkunst, Pieter de Hoochweg 129 te Rotterdam
De waarde van de voedingsbodem is een alternatieve werkgedachte door het omarmen van een regeneratief ontwerp- en bouwproces. Vanuit deze werkgedachte kan meervoudige waarde worden gecreëerd waarmee het menselijk handelen en natuurwaarden in balans zijn.
Al decennia lang staat het onafgebouwde Kasteel Almere er bij als een overwoekerde ruïne en een ontoegankelijke bouwplaats. Wat ooit bedacht was als een trouwlocatie, is nu een verbroken relatie tussen mens, omgeving, natuur, verval en tijd. Inmiddels is afbouwen of doorontwikkelen ondenkbaar geworden en lijkt sloop onvermijdelijk. Voorgaande pogingen van plannen en ideeën hadden één ding gemeen; we maken het af en het zal gaan werken. Maar het kasteel is geen opgave dat afgemaakt kan worden met éénmalige ontwerpinvullingen. Beter passend zou een werkgedachte zijn die voortbouwt op het bestaande en in lijn is met de pionierspraktijk van Flevoland en Almere, een experimentomgeving voor woonvormen, architectuur, cultuur en landschap gebruik. Door Kasteel Almere te zien als een voedingsbodem komt er een regeneratief proces op gang, van groei én verval die gedijt met de tijd. Het bevraagt hedendaags verlangen van groei en vooruitgang. In deze werkgedachte is Kasteel Almere geen ruïne in verval, maar een voedingsbodem waaruit andere waarden worden geoogst en doorontwikkeling weer mogelijk is.
Met het inventariseren van de voedingsbodem is naar voren gekomen welke bestaande funderingen en bouwmaterialen er zijn en (deels) anders gebruikt kunnen worden. Met de ecologische en landschappelijke inventarisaties is in beeld gebracht welke ecologische materialen ingezet zouden kunnen worden als nieuw bouwmateriaal en de natuurwaarde kan versterken. Voor het herconfigureren en inzetten van deze materialen is een leidraad opgesteld met vijf werkwaarden voor het ontwerp- en bouwproces; Omarmen wat er is, landschap als leidraad, systeem boven object, gebouw en landschap als eenheid en doorgeven van waarde. Vanuit deze werkwaarden en met de geoogste materialen van het landgoed en het kasteel kunnen verschillende plekken worden doorontwikkeld. Uit verschillende programma- en ontwerpstudies is een voorstelbaar pad ontstaan voor doorontwikkeling van het Kasteel en landgoed.
Er zijn vijf plekken gekozen die representatief zijn voor dit voorstelbare pad; het toegankelijk maken, groeicapaciteit in gang te zetten, ontplooien van waardevolle activiteiten, creëren van aanwas met eigenaarschap om tot slot dit vervolgens te kunnen doorgeven aan de volgende generaties. Deze representatieve plekken zijn verbeeld in; de nieuwe kasteelentree voor het toegankelijk maken, de houtzagerij voor de productie van nieuwe ecologische bouwmaterialen, het podium met werkruimtes voor het tijdelijk opslaan en gebruiken van materialen, beheerdersverblijf met collectieve woonkamer en een theeschenkerij met ruimte voor (natuur) educatie.
In de verbeelding van deze plekken wordt de onlosmakelijke verbondenheid van het Kasteel met bijgebouwen en haar omgeving inzichtelijk. In de loop der tijd vormt de oogst van Kasteel Almere een meervoudige waarde voor natuur en cultuur. Het zet aan tot het anders denken over gebouwen in haar omgeving en komt tot een nieuwe verbeelding van architectuur & landschap. Met het werken vanuit de voedingsbodem kan Kasteel Almere een doorlopende interactie en verbondenheid vormen tussen mens, regeneratief ontwerp- en bouwproces, cultuur (architectuur) en natuur waarmee volgende generaties kunnen blijven oogsten.