Afstudeerpresentatie Wessel Geysels
vrijdag 11 april, 15u00
Vrijdag 11 april vindt de afstudeerpresentatie plaats van Wessel Geysels (Architectuur) met als onderwerp “Voortbouwen – Op een vereniging van eigenaren”
Commissie:
Voorzitter : Mark Minkjan (RAVB)
Mentor : Sanne van Manen (Platform Woonopgave)
Externe criticus : Aura Luz Melis (Inside Outside)
Toegevoegde criticus : Jarrik Ouburg (HOH Architecten)
Afstudeerdatum en locatie:
Vrijdag 11 april om 15u00 (inloop 14u30)
Ruimte: H5.314 & dakterras – het laatste is alleen bereikbaar per trap.
Locatie: Wijnhaven 107 te Rotterdam
“Voortbouwen – Op een vereniging van eigenaren”
door Wessel Geysels
Voor de zoveelste keer ligt de focus op ‘BOUWEN BOUWEN BOUWEN’. Terwijl we er in de afgelopen
decennia toch al behoorlijk goed in zijn geslaagd, om alles vol te bouwen en de grenzen van wat het milieu
aankan te overschrijden.
Nog nooit eerder was er zoveel en op zo’n grote schaal gebouwd als 50 jaar geleden. Een periode waarbij
mensen met gewone inkomens, geld toe kregen om toch een woning te kunnen kopen. Iets wat die
generaties geen windeieren heeft gelegd. Eigenaren organiseerden zichzelf in verenigingen van eigenaren
(VVE’s). Waar het destijds vooral in hun voordeel werkte om samen een schilder in te huren is dit, met het
ouder worden van de gebouwen en toenemende duurzaamheid eisen, steeds moeilijker geworden. VVE
meetings lopen stroef en emoties lopen op. Waar de een op leeftijd niet ver meer vooruit kijkt, kan de ander
het naast een nieuwe torenhoge hypotheek niet meer ophoesten. Dit geldt voor nu al 1,4 miljoen woningen
in Nederland ‘and still counting’.
Zo ook het Leuvehaven complex in hartje Rotterdam. Met bijna 400 woningen en een rijke geschiedenis,
zorgt groot onderhoud + verduurzaming + stijging erfpacht kosten voor steeds meer onrust. Het kan wat mij
betreft niet zo zijn dat het gebouw een onzekere toekomst houdt met als resultaat misschien zelfs sloop. Ik
stoor mij er aan dat we als architecten nog te veel bezig zijn met enkel het begin en einde van gebouwen
die steeds meer zijn gaan lijken op ‘single-use’ wegwerpproducten. We zouden juist moeten voortbouwen
met wat er al is. Over een langere tijdsperiode werken met een bredere scope als gebouwregisseur. Dit
onderzoek is een voorbode op een rol die eigenlijk met het gebouw mee ontwikkelt en werkt aan een
alternatieve tijdlijn waar onzekerheid omgedraaid wordt naar juist een aanjagersrol.
Al tijdens het afstuderen lukte het om met de voorzitters alternatieven te bedenken voor hun uitdagingen.
Alternatieven die vooral streven naar een gezond financieel perspectief, een oplossing voor de technische
problemen van het gebouw en een vereniging die zich weer in kan richten voor leuke dingen in plaats van
ondraaglijke meetings. Hier zijn vijf voorstellen uitgekomen: een nieuwe plint, een vereniging huis, een
optopping, het vergroenen van het wandeldek en een voorzetgevel voor het bestaande gebouw.
Elke stap bouwt voort op waardes die in het oorspronkelijke ontwerp zaten. Toevoegingen sluiten in
vormentaal aan bij het bestaande, maar zijn herkenbaar door een eigentijdse invulling zoals duurzame
materialen, andere woonvormen en aansluiting op de omgeving. Een geheel dat vol zit met verhalen en dat
zichzelf verbetert in plaats van vervangt.
Een pad naar meer zelfredzaamheid waarmee het gebouw zich klaar kan stomen voor misschien wel haar
grootste uitdaging: Het aflopende erfpachtcontract. Een moment waar het collectief met opgebouwde
waarde steeds meer kan betekenen voor haar omgeving en de openbare ruimte. Verenigingen ondersteund
met een gebouwregisseur die continu voortbouwen aan de stad. Een perspectief voor een spannendere
stad vol tijdslagen en een duurzamere invulling van de relatie tussen architect en gebouw.


