menu sluiten
zoek terug
terug

Slotpresentatie Luïsa Jacobse

vrijdag 26 mei, 17u00
Slotpresentatie Luïsa Jacobse

Vrijdag 26 mei om 17u00 vindt de slotpresentatie plaats van Luïsa Jacobse (Architectuur) met als onderwerp “De Doos“.

Commissie:

Voorzitter                           : Hinke Majoor (RAvB)
Mentor                                : Laurens Boodt (Laurens Boodt Architecten)
Externe criticus                 : Vlad Ionescu (Faculty of Architecture and Art (Hasselt University)/ PXL MAD)
Toegevoegde criticus        : Job Floris (Monadnock) 

 

Afstudeerdatum en locatie:
Vrijdag 26 mei om 17u00
Locatie: Keilewerf 2, Keilestraat 5A 3029 BP Rotterdam

De Doos
Het architecturaal potentieel van distributiecentra

De doos is niet meer weg te denken uit het Nederlandse landschap. Veel van deze dozen zijn distributiecentra, honderden meters lange blinde grijze gevels van beton en sandwichpanelen verspreiden zich op een razendsnel tempo; de fysieke belichaming van de groeiende online verkoop. Het gebouw komt voort uit een logistiek proces van efficiëntie en standaardisatie. Er is geen vraag naar ruimtelijkheid, materialiteit of sfeer. Het resultaat is een landschap waartoe de mens zich niet meer lijkt te kunnen verhouden.[1]

Maar tegelijkertijd zie ik ook mogelijkheden in de bestaande eigenschappen van de doos; in de immense schaal en in het puur industriële karakter. Het generieke uiterlijk maakt dat de doos alles kan zijn, in het pragmatische industriële is ook een schoonheid te ontdekken en de immense omvang heeft tegelijkertijd iets monumentaals. De doos is nu bijna niets: het is een plaats. Echter, kan het meer zijn: een mega structuur waarin de mens betekenis vindt. Het heeft de potentie een plek te worden. Het project stelt een alternatieve denkwijze centraal over het distributiecentrum als object. Het uitgangspunt voor het ontwerp is dat, wanneer distributiewerkzaamheden het gebouw verlaten, het niet mee gaat in de huidige gedachtegang van afbreken en opnieuw beginnen, maar van het beschreven vlak – tabula scripta.

Vanuit ‘tiendesprongen’ wordt één distributiecentrum in kaart gebracht. Het verbeeldt de doos in zowel losse fragmenten als onderdeel van een groter geheel waarvan de mens deel uitmaakt en legt verbanden tussen de verschillende schaalniveaus. Bij de laatste schaalsprong wordt de geschiedenis van het landschap leesbaar. Er blijkt een rijkheid in de omgeving verborgen.

De doos laat zich in zijn huidige vorm lezen als een massa, maar is in werkelijkheid een schil rondom een grote open ruimte. Wanneer het dak wordt verwijderd opent de ruimte en bieden de gevels de binnenruimte een geborgenheid, als een grote ommuurde ruimte: een tuin. De tuin is zowel een binnen– als een buitenwereld, een onderdeel van de architectonische denkwereld.[2]

De klassieke tuin wordt een analogie voor de doos. In de eigenschappen vanuit de industrie zitten overeenkomsten met de eigenschappen van de klassieke tuin; symmetrie en de aanwezigheid van een axiaal stelsel. Duidelijke hoofd- en zijassen verdelen de doos in tuinkamers, die worden vormgegeven door de overgebleven tektonische elementen van het distributiecentrum. De drie hoekgebouwen voegen zich bijvoorbeeld samen tot het landhuis. Het maniërisme voert de boventoon; een stijl met de klassieke regels als basis, maar waar vervolgens de manier waarop er met de regels wordt omgegaan de boventoon voert. De fijnmazigheid van de binnenwereld vormt een contrast met de harde grens van de gevel, dat als een kader in het omringende landschap ligt. De overgangsruimte tussen het gebouw en de omgeving wordt ontdaan van het asfalt en overgeleverd aan de natuur, een niemandsland.

De doos wordt een tuin, waarniet langsheen maar doorheen gelopen kan worden. Het negeert of maskeert de esthetiek van de doos niet, maar viert deze – een optimistische kijk op de toekomst.

[1] Adriaan Geuze, in Koplopers: zonder verdozing De Balie, 19 september 2022

[2] Aardse Paradijzen, Erik de Jong

 

share item