menu sluiten
zoek terug
terug

‘Verloren in Vertaling’ opiniestuk Margit van Schaik

Verloren in vertaling: tussen ambacht en ambitie

De roep onder architecten voor meer maatschappelijke betrokkenheid klinkt steeds luider. Gelijktijdig is er de focus op een formele, disciplinaire benadering van architectuur. Margit van Schaik roept vakgenoten op tot een vakmanschap dat wél de verbinding weet te leggen tussen architectonische vormgeving en maatschappelijke ambitie.

Prix de Rome Architectuur 2022 Healing Sites / foto Midas van Boekel (2022)

Prix de Rome Architectuur 2022 Healing Sites / foto Midas van Boekel

In de zomer van vorig jaar verlieten drie hoogleraren de architectuurafdeling van de TU Eindhoven. Als oud-student zag ik met lede ogen aan hoe de plek waar ik zeven jaar geleden met veel plezier mijn studie afrondde, veranderde in een strijdtoneel van schijnbaar onoverkomelijke conflicten. De situatie was het resultaat van een reeks geschillen waarvan we – gelukkig – niet alle details kennen, maar mijn interesse naar de achterliggende inhoudelijke richtingenstrijd was gewekt.

In een opiniestuk in De Architect (oktober 2023) licht emeritus hoogleraar Bernard Colenbrander een tipje van de sluier op. Wat een belangrijke rol lijkt te hebben gespeeld, is het verschil tussen de visie van het faculteitsbestuur, dat zich sterker wil richten op actuele maatschappelijke vraagstukken, en de fundamentele, disciplinaire benadering van een aantal leerstoelen binnen de afdeling, die zich richten op tijdloze, essentiële aspecten van het vak. Na een moment van verwarring over het feit dat maatschappelijke betrokkenheid en fundamentele architectuur blijkbaar tegengestelde standpunten zijn, realiseer ik me dat ik die opdeling herken. En dat ik juist het gebrek aan verbinding tussen die twee perspectieven het grootste gemis van dit moment vind, in delen van het onderwijs, het discours en de hedendaagse bouwpraktijk.

…..

Wat nodig is, is een herwaardering van een vakmanschap dat wél de verbinding legt tussen architectonische vormgeving en maatschappelijke ambitie. Een vakmanschap dat die ambities koppelt aan klassieke architectonische elementen, zoals typologie, structuur en compositie. Wat betekenen inclusiviteitsambities voor een plattegrond? Hoe zou de overgang tussen gebouw en maaiveld moeten functioneren als we een andere relatie met de natuur ambiëren? En welke woningtypes zijn passend voor een samenleving, wanneer die bedreigd wordt door segregatie? Dít zijn de vragen die we ons bij uitstek zouden moeten stellen.
Een idee over de invloed van de omgeving op de mens is daar onvermijdelijk onderdeel van. Het is daarom essentieel dat we architectuur benaderen vanuit de manier waarop die door haar bewoners wordt ervaren: niet als een neutraal object waarvan de betekenis intellectueel wordt beredeneerd, maar als een instrumenteel onderdeel van het dagelijks leven. De sleutel ligt in het vermogen van architecten om zich in te leven in het geheel aan ontwerpbeslissingen dat ze optekenen en te bedenken welke manier van leven daarmee gefaciliteerd wordt. Dat leidt evengoed tot een unieke discipline, gestoeld op een eigen set van kennis en vaardigheden waarmee we als beroepsgroep een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.

Dit is het vakmanschap waarvan ik hoop dat we het als discipline kunnen omarmen en representeren: het zorgvuldig vormgeven van de fysieke omgeving in al haar facetten, vanuit een zorgvuldige analyse van wat maatschappelijke ambities daarvoor kunnen betekenen. Een vakmanschap dat de maatschappelijke relevantie van het vak vergroot en daarmee tot een rijkere architectuur leidt, doordat het de complexiteit van haar invloed op de wereld omarmt. Architectuur kan dan misschien niet alles oplossen, het is wel bij uitstek het instrument waarmee wij als beroepsgroep kunnen bijdragen aan de uitdagingen van onze tijd.

Voor het volledige artikel verwijzen we naar Archined.